Tot 1863 was er handel in slaven.  Op Bonaire zijn door de Nederlanders ook veel slaven gehouden. Ze moesten ontzettend zwaar werk verrichten, zoals het werken op de zoutpannen of op plantages in de brandende zon. Vaak werden ze zwaar mishandeld en kregen om de kleinste dingen straf.

·         Op Bonaire vind je de slavenhuisjes. Ze zijn gekleurd in 4 kleuren; rood, wit, blauw en oranje. Als de kleuren van Nederland dus. De slaven moesten werken in één van de 4 zoutpannen; de Rode Pan, de Witte Pan, de Blauwe Pan en de Oranje Pan.

·         De slaven moesten keihard werken in de brandende zon en maakten lange dagen. Na die lange dag werken moesten ze hun huis in. De slavenhuisjes waren niet groot. Ongeveer een oppervlak van 2m² en anderhalve meter hoog.  Dat is ongeveer ruimte voor 2 volwassen personen, maar er sliepen soms wel 6 tot 8 slaven in!

·         De slaven werkten op de zoutpannen. Het was erg ongezond, omdat ze de hele dag met hun voeten in het bijtende zoute water stonden. Ze sjouwden de hele dag met kruiwagens zout. Ook werden ze na een tijd sneeuwblind door het weerkaatsen van de zon in de zoutkristallen.  

·         De slavenhuisjes werden in 1850 gebouwd. Dat is 13 jaar voor de afschaffing van de slavernij. Het was op zich een schamele verbetering, omdat de slaven eerst gewoon in de buitenlucht moesten slapen. Sommigen maakten dan zelf hutjes van takken.

·     Je vindt de slavenhuisjes in het zuiden van Bonaire bij de zoutpannen.